Platvoeten
Een normale voet heeft een voetboog. Bij platvoeten is deze boog doorgezakt, zodat er een groter contactoppervlak is tussen de voetzool en de grond.
Fig: ernstige platvoet schema: platvoet-neutrale voet-holvoet
Platvoeten bij kinderen
Bij kinderen tot ongeveer 4 jaar zijn platvoeten normaal. De gewrichtsbanden zijn nog niet matuur genoeg om de voetboog in stand te houden. Na deze leeftijd blijven de platvoeten meestal bestaan.
Er moet een onderscheid worden gemaakt worden tussen soepele en rigide platvoeten.
Soepele platvoeten geven soms pijnlijke voeten. In dit geval kan een steunzool verbetering van de klachten geven. Met een steunzool zal de vorm van de voet niet veranderen. Een platvoet kan dus niet verdwijnen door het dragen van steunzolen, ook niet bij kinderen.
Bij rigide platvoeten is er vaak een onderliggende afwijkingen zoals bv een vergroeiing van de beentjes in de achtervoet. Vaak is hiervoor wel chirurgie nodig.
Platvoeten bij volwassenen
Als u als kind platvoeten had, zal dit ook zo zijn als volwassene. Vaak zijn deze niet pijnlijk, zodat er geen behandeling nodig is. Als platvoeten toch pijnlijk worden, is de eerste therapie opnieuw een goede steunzool die de voetstatiek verbetert.
Sommige mensen ontwikkelen platvoeten op latere leeftijd. Dit is meestal tengevolge van insufficiëntie van een pees in de achtervoet, de tibialis posteriorpees. (zie figuur)
Initieel kan ook hier verbetering verwacht worden door het dragen van steunzolen, maar bij toename van de afwijking of de last, is chirurgie meestal te overwegen.