Home
Menu

Schouder arthrosopie

Een schouder arthroscopie is een kijkoperatie van de schouder, waarbij de chirurg door een heel kleine incisie met een scoop (of camera) in het schoudergewricht kan kijken. De kijkoperatie kan diagnostisch of therapeutisch zijn.

De chirurg maakt verschillende kleine incisies (insneden) om de lens en andere instrumenten in te brengen. De operatie is minder uitgebreid, de littekens zijn veel kleiner en er is een veel sneller herstel.

De schouder is een complex gewricht dat de grootste beweeglijkheid heeft. De botstructuren van de schouder zijn de bovenarm (humerus), het schouderblad (scapula) en het sleutelbeen (clavicula). Het eigenlijke gewricht wordt gevormd door de kop (humeruskop) en de gewrichtskom (glenoid) dat een deel van het schouderblad is. Het dak van de schouder wordt gevormd door een uitsteeksel van het schouderblad, welke het acromium wordt genoemd.

In de schoudergordel zijn verschillende gewrichten, waarvan hieronder de voornaamste:

  • het glenohumeraal gewricht (tussen humeruskop en glenoid)
  • het acromioclaviculair gewricht of AC-gewricht (tussen het sleutelbeen en het acromium)
  • het sternoclaviculair gewricht (tussen het sleutelbeen en het borstbeen).

De stevigheid van de schouder wordt verzorgd door spieren, pezen en ligamenten. Ligamenten zijn structuren die beenderen verbinden. De ligamenten tussen de humerus en het glenoid zijn belangrijk voor de stabiliteit van het glenohumeraal gewricht en de ligamenten tussen het acromium en de clavicula zijn van belang voor de stabiliteit van het AC=gewricht. Rondom de schouder zitten verschillende spieren waarbij de rotator cuff een voorname rol heeft in de beweeglijkheid en stabiliteit.

De rotator cuff bestaat uit 4 spieren die zich vooraan, bovenaan en achteraan het schoudergewricht bevinden.

De bicepsspier heeft ook een belangrijke functie voor de beweeglijkheid. Deze is verdeeld in 2 pezen waarvan de lange bicepspees vastzit aan de bovenzijde van het glenoid en verder uitloopt in het labrum, een kraakbeenderige structuur die een rol speelt in de stabiliteit.

De buitenste spierlaag wordt gevormd door de deltoidspier, dit is de grootste en sterkste spier van de schouder.

Ook zijn er verschillende slijmbeurzen (bursa) in de schouder, waarvan de subacriomale bursa de voornaamste is.

Gewoonlijk gebeurt deze kijkoperatie schouder onder algemene narcose, ev.aangevuld met een lokale verdoving (plexus), al dan niet met een catheter. Via 2 of 3 kleine incisies worden kijk- en werkinstrumenten in de schouder ingebracht. Door de kijkoperatie aan de schouder kan men het schoudergewricht en de subacromiale ruimte bekijken, waarbij men een diagnose kan stellen of een behandeling uitvoeren.

De meest voorkomende arthroscopische behandelingen zijn:

Meer informatie hierover vindt u in de andere schouder rubrieken.