Home
Menu

Heupfracturen

Een fractuur van de heup vereist quasi steeds een operatieve behandeling. Na de eerste zorgen op de spoedopname zal er zo snel mogelijk een ingreep gepland worden, uiteraard rekening houdende met uw algemene conditie en medicatiegebruik (bvb antico, diabetes, ...).

Een heup kan op verschillende plaatsen breken. De meest voorkomende breuken zijn:

Collumfractuur: de breuk ligt in het bovenste gedeelte van het dijbeen.

Pertrochantere fractuur: breuk door de trochanterzone van het dijbeen.

Behandeling

De orthopeed kiest een methode om uw heup te behandelen. Welke techniek de orthopeed kiest, hangt af van verschillende factoren:
- de plaats van de breuk,
- de aard van de breuk,
- uw leeftijd,
- andere factoren, bijvoorbeeld de stevigheid van uw botten.
Hieronder vindt u de meest voorkomende behandelmogelijkheden.

Bipolaire heupprothese

De heupkop wordt vervangen door een prothese. U mag uw heup in principe direct belasten. Dat betekent dat u met behulp van fysiotherapie zo snel mogelijk leert lopen met een loophulpmiddel.

Dynamische heupschroef (DHS)

De fractuur wordt behandeld met een schroef. Uw heupkop blijft behouden. Met deze techniek mag u uw heup soms wel en soms niet direct belasten. Dit hangt onder andere af van de aard van de breuk.

Gecannulleerde heupschroef

De orthopeed behandelt uw heup met schroeven. Uw heupkop blijft behouden. U mag uw heup meestal niet direct belasten. Dat betekent dat u niet volledig op uw geopereerde been mag staan of lopen.

Intramedullaire nagel

Een nagel wordt geplaatst doorheen de fractuur. Uw heupkop blijft behouden. Meestal mag u uw heup direkt belasten. Dat betekent dat u met behulp van fysiotherapie zo snel mogelijk leert lopen met een loophulpmiddel.

Opmerking
Na het plaatsen van een dynamische heupschroef, gecannuleerde heupschroef of gamma nail bestaat een kleine kans dat de heupkop niet goed vastgroeit aan het dijbeen. Indien dit het geval is, wordt soms gekozen om alsnog een kop-halsprothese te plaatsen in de heup.

Anesthesie

De operatie aan uw heup gebeurt onder algehele verdoving of plaatselijke verdoving (ruggenprik).

Herstel en revalidatie

De fysiotherapeut helpt u de eerste dagen met revalideren. Voor een goede revalidatie is het belangrijk dat u zelf een actieve bijdrage levert. De eerste dag na de operatie gaat u, met hulp van de fysiotherapeut, alweer op een stoel zitten. Dit kan erg vermoeiend zijn. De tijd dat u op een stoel zit, bouwt u daarna langzaam op. De fysiotherapeut geeft u oefeningen om zelfstandig uit te voeren.
Het herstellen van een operatie is soms moeilijk. Vooral als u al wat ouder bent. Het is moeilijk in te schatten hoelang het duurt voordat u weer herstelt bent. Dit is mede afhankelijk van uw conditie, gezondheidstoestand voor de operatie, leeftijd, operatietechniek en doorzettingsvermogen.

Complicaties

Bij een deel van de mensen die door een gebroken heup een operatie ondergaat, treden in de periode na de operatie problemen op. Mogelijke problemen zijn:
1) Nabloeding;
2) Infecties, bijvoorbeeld urineweginfectie, luchtweginfectie, wondinfectie;
3) Trombose (een bloedprop in een bloedvat);
4) Verwardheid (delier);
5) Doorliggen (decubitus);
Het is erg belangrijk dat u zoveel mogelijk rechtop zit en staat. Zo verkleint u de kans op trombose en doorliggen. Daarnaast gebruikt u 6 weken lang een antistollingsmiddel om trombose te voorkomen. Uw behandelend arts of de verpleegkundige kan u meer vertellen over deze complicaties.

Nazorg

Kort na de operatie overlegt de verpleegkundige met u en uw contactpersoon of en hoe u hulp nodig hebt als u weer thuis bent. De verpleegkundige adviseert u over mogelijke aanpassingen in huis en waar u hulpmiddelen kunt huren of kopen. Als u thuiszorg of een tijdelijke opname in een verpleeg- of verzorgingshuis of revalidatiecentrum nodig heeft, neemt de verpleegkundige contact op met de sociale dienst van het ziekenhuis, die voor de verdere organisatie zal zorgen.

Ontslag

Wanneer de zorg geregeld is voor uw ontslag uit het ziekenhuis, spreekt de verpleegkundige een datum met u af waarop u naar huis of naar het verpleeg- of verzorgingshuis of revalidatiecentrum kunt.

Controle

Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een controleafspraak mee voor op de polikliniek Orthopedie. De controle afspraak is 6 weken na de operatie, bij de verpleegkundig specialist orthopedie of bij de orthopeed. Van de verpleegkundige en de fysiotherapeut krijgt u instructies mee wat u wel en niet mag tot de controleafspraak.

.